Alcoholgebruik

Bijna 4% van de volwassenen drinkt overmatig alcohol

In 2017 dronk 4% van de 18-plussers overmatig alcohol: 7% van de mannen en 2% van de vrouwen. Overmatig drinken betekent meer dan 21 glazen alcohol per week (mannen), of meer dan 14 glazen per week (vrouwen). Overmatig drinken komt het minst voor bij jongvolwassenen van 18 tot en met 24 jaar.

Bijna 42% van de volwassenen drinkt geen alcohol

Van de totale bevolking boven de 18 jaar drinkt 42% geen alcohol: 31% van de mannen en 51% van de vrouwen. Hiervan dronk 9% vroeger wel alcohol, maar in de 12 maanden voor het interview niet meer. De Gezondheidsraad adviseert mensen om geen alcohol te drinken of in ieder geval niet meer dan één glas per dag. Dit advies is bedoeld om chronische ziekten te voorkomen (Gezondheidsraad, 2015).

Figuur: overmatige drinkers van 18 jaar en ouder, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Meer mannen dan vrouwen drinken overmatig

Bij alle volwassen leeftijdsgroepen is het aandeel mannen dat overmatig drinkt groter dan het aandeel vrouwen. Overmatig drinken betekent meer dan 21 glazen alcohol per week drinken (mannen), of meer dan 14 glazen per week (vrouwen). De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn het grootst bij de leeftijdsgroep van 45 tot en met 64 jaar. Bij 45- tot 64-jarige mannen komt overmatig drinken het meest voor; bij vrouwen tussen de 25 en 44 jaar het meest.

Figuur: overmatige drinkers naar leeftijd en geslacht, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Minste overmatige en zware drinkers onder laagst opgeleiden

Overmatig drinken komt het minst voor onder de laagst opgeleiden en het meest onder de hoogst opgeleiden. Overmatig drinken betekent meer dan 21 glazen alcohol per week (mannen), of meer dan 14 glazen per week (vrouwen). Ook zwaar drinken komt het minst voor onder de laagst opgeleiden. Zware drinkers consumeren minstens één keer per week vier (vrouwen) of zes (mannen) glazen alcohol. Bij deze resultaten is geen rekening gehouden met verschillen in leeftijd en geslacht tussen de opleidingsgroepen.

Figuur: overmatige drinkers naar opleidingsniveau, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Kleine verschillen tussen alcoholgebruik en moeite met rondkomen van huishoudinkomen

Voor de mate van het kunnen rondkomen van het huishoudinkomen en alcoholgebruik zijn de verschillen minder groot dan voor opleidingsniveau. Overmatig en zwaar drinken komt het meest voor onder de groep die enige moeite heeft om rond te komen (NGE 2017).

Alcoholgebruik volwassenen neemt af

Het aantal volwassenen van 18 jaar en ouder dat alcohol heeft gedronken in de afgelopen 12 maanden is tussen 1993 en 2017 gedaald van 67 naar 58%. Zowel in 1993 als in 2013 is het aandeel mannen dat alcohol drinkt groter dan het aandeel vrouwen (2013: 71% vs. 55% en 1993: 81% vs. 61%. (NGE 2013, 2017, Alberts et al., 1996)

Figuur: trends alcoholgebruik volwassenen 1993 - 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017 & 2013; Curaçao Health Study 1993/1994

Meer jongens dan meisjes hebben ooit alcohol gedronken

Van alle scholieren van 12 tot en met 17 jaar in het voortgezet onderwijs en de eerste 2 klassen van het SBO heeft 41% alcohol gedronken in de maand voorafgaand aan het onderzoek. Het gebruik van alcohol in de afgelopen maand van jongens verschilt niet veel met dat van meisjes (44 en 38%). Een op de vijf scholieren (22%) heeft ooit wel eens zoveel alcohol gedronken dat ze dronken zijn geweest, ongeveer evenveel jongens (23%) als meisjes (20%). Bijna een derde van de scholieren die in de afgelopen maand alcohol heeft gedronken verkreeg de alcohol via hun familie (30%), een kwart in een winkel (24%) en 14% via hun vrienden.

Figuur: alcoholgebruik scholieren, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Bijna de helft van de scholieren heeft ervaring met alcohol

Van alle scholieren van 12 tot en met 17 jaar in het voortgezet onderwijs en de eerste 2 klassen van het SBO heeft 41% alcohol gedronken in de maand voorafgaand aan het onderzoek. Zoals verwacht neemt met de leeftijd ook het alcoholgebruik toe. Onder scholieren die ooit alcohol hebben gedronken, dronk iets meer dan de helft (52%) hun eerste glas alcohol voor de leeftijd van 14 jaar. Een vroege start van alcoholgebruik (voor de leeftijd van 14 jaar) van jongens verschilt niet veel met dat van meisjes (55 en 49%).

Figuur: alcoholgebruik scholieren naar leeftijd, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao, 2015

Opleidingsverschillen bij alcoholgebruik 

Een op de drie (34%) scholieren op de AGO-scholen heeft ooit wel eens zoveel alcohol gedronken dat ze dronken zijn geweest, tegenover een op de zes (17%) scholieren op de HAVO/VWO-scholen. Op de VSBO-scholen is dit 19%. Jongeren die een AGO-opleiding volgen hebben ook vaker de afgelopen maand alcohol gedronken dan jongeren op een HAVO/VWO-opleiding (respectievelijk 48% en 36%). AGO-scholieren hebben ook vaker als gevolg van hun alcoholgebruik wel eens problemen gekregen met familie of vrienden, school gemist of ruzie gekregen dan HAVO/VWO-scholieren (respectievelijk 15% en 4%). Onder jongeren die een VSBO-opleiding volgen heeft 38% in de afgelopen maand alcohol gedronken en heeft 7% wel eens problemen gekregen als gevolg van hun alcoholgebruik. Alcoholgebruik komt het meest voor onder scholieren in de eerste 2 klassen van een SBO-opleiding: 54% van de SBO-scholieren heeft in de afgelopen maand alcohol gedronken en 33% is wel eens ooit dronken geweest. Bij deze resultaten is geen rekening gehouden met verschillen in leeftijd en geslacht tussen de opleidingsgroepen.

Figuur: alcoholgebruik scholieren naar opleidingsniveau, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao, 2015

Gemiddeld overleden 6 personen per jaar aan de gevolgen van alcoholgebruik per jaar

In de periode 2001 tot 2007 overleden 40 personen aan de gevolgen van alcoholgebruik (externe oorzaken zoals verkeersongevallen niet meegerekend). Dit komt neer op gemiddeld 6 personen per jaar. Meer mannen dan vrouwen overleden aan de gevolgen van alcoholgebruik tussen 2001 en 2007.  

Tabel: sterfte aan de gevolgen van alcoholgebruik (aantal personen)*

Periode
Mannen
Vrouwen
Totaal
2001-2004
20
8
28
2005-2007
10
2
12
Totaal
30
10
40

*ICD-10 codes F10, G31.2, G62.1, I42.6, K29.2, K70, K73, K74 (excl. K74.3-K74.5), K86.0

Beschikbare data


Verantwoording

Binge drinker: personen die 5 glazen of meer glazen alcohol tijdens één gelegenheid drinken.

Overmatige drinker: personen die meer dan 21 (voor mannen) of 14 (voor vrouwen) glazen alcohol per week drinken.

Vroege aanvang van alcohol gebruik: vóór de leeftijd van 14 jaar

Zware drinkers: personen die minstens 1 keer per week ten minste zes (voor mannen) of vier (voor vrouwen) glazen alcohol op één dag drinken.

CHS: De Curaçao Health Study (CHS) is een bevolkingsonderzoek uitgevoerd in 1993 – 1994 onder volwassenen van 18 jaar en ouder in Curaçao. De studie heeft een groot aantal betrouwbare gegevens opgeleverd over de gezondheid en gezondheid gerelateerd gedrag van de Curaçaose bevolking.

Doodsoorzakenstatistiek: Gegevens omtrent de doodsoorzaken in Curaçao zijn gebaseerd op doodsoorzaakverklaringen van artsen, lijkschouwers of specialisten. Doodsoorzaken krijgen codes toegewezen die afkomstig zijn uit een internationaal toegepaste codelijst, de zogenaamde International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) van de World Health Organisation (WHO). Vanaf 1996 wordt gewerkt met de tiende revisie van de ICD (ICD-10, WHO).

GSHS Curaçao 2015: De Global School-based Student Health Survey (GSHS) is een gezondheidsonderzoek onder 12- tot 17-jarige scholieren en maakt deel uit van de internationale GSHS van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het doel van de GSHS is om een actueel beeld te krijgen van het gezondheidsgedrag en het welbevinden van Curaçaose scholieren. In 2015 werd dit onderzoek voor de eerste keer in Curaçao uitgevoerd.

NGE Curaçao: De Nationale Gezondheidsenquête (NGE) is een representatief bevolkingsonderzoek en gaat over zelfstandig wonende volwassenen van 18 jaar en ouder. Het doel van de NGE is om een actueel beeld te krijgen in de gezondheidsstatus, de leefstijl en het gebruik van zorgvoorzieningen van volwassenen in Curaçao. De NGE wordt sinds 2013 iedere vier jaar door het Volksgezondheid Instituut Curaçao (VIC) uitgevoerd.

Alberts, J. F., Gerstenbluth, I., Halabi, Y. T. & O'Neil, J. (1996). The Curaçao Health study. Northern Centre for Healthcare Research.

De Looze M, Van Dorsselaer S, De Roos S, Verdurmen J, Stevens G, Gommans R, et al. HBSC 2013.
Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. [Internet]. 2014. Geraadpleegd via
http://www.hbsc-nederland.nl/uploads/publicaties/openbaar/HBSC_Rapport_2013.pdf

Gezondheidsmonitor (2012). Geraadpleegd via https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2013/37/uitkomsten-gezondheidsmonitor-2012.

Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2015. Den Haag: Gezondheidsraad; 2015. https://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/201524_richtlijnen_goede_voeding_2015.pdf

PAHO (2018). Sterftecijfers Curaçao 2001-2007. Dataset verkrijgbaar via PAHO mortality database: https://hiss.paho.org/pahosys/grp.php

Verstraeten S. (2016). The Curaçao Global School-based Student Health survey (GSHS) Study 2015. Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Verstraeten S., Jansen I., Pin R. & Brouwer W. (2013). De nationale gezondheidsenquête Curaçao 2013: methodologie en belangrijkste resultaten. Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Verstraeten S., Griffith - Lendering, M.F.H, & Pin R. (2017). De nationale gezondheidsenquête Curaçao 2017: de belangrijkste resultaten, methode en tabellen, Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

World Health Organization (2017). Geraadpleegd via http://www.who.int/gho/en/