Geweld

Sterfte door geweld treft vooral mannen in de leeftijd van 15–39 jaar

In de periode 2003-2007 overleden in Curaçao 152 personen als gevolg van geweld; 132 mannen en 20 vrouwen. Zo’n 74% van de geweldsdoden kwamen door een vuurwapen om het leven. Sterfte door geweld treft vooral jonge mannen in de leeftijd van 15 tot 39 jaar. 

Figuur: Sterfte door geweld in Curaçao, 2003 – 2007   

Bron: Doodsoorzakenstatistiek, ICD10-code X85-Y09, Y871. 

Piek aantal doden door geweld tussen 2002 en 2004

In 2002 nam het aantal doden door geweld sterk toe, om vanaf 2005 weer af te nemen tot het niveau in 2001 (Rapport Korps Politie Curaçao 2013).

Figuur: Sterfte door geweld 2001 – 2016

Bron: Criminaliteitscijfers jaar 2012, Korps Politie Curaçao, 2013; Latere jaren persoonlijke communicatie met Ministerie van Justitie.      

Eén op de vier scholieren wordt gepest

Een kwart (25%) van de scholieren is gepest op één of meer dagen gedurende de 30 dagen voor het interview. Er zijn geen verschillen tussen jongens en meisjes. Jongere leeftijdsgroepen worden vaker gepest dan de oudere leeftijdsgroepen (29% van de 12-jarigen of jonger, 27% van de 13- tot 17-jarigen en 19% van de 18-jarigen of ouder). AGO scholieren worden het vaakst gepest. Havo/ VWO scholieren en SBO scholieren worden het minst vaak gepest.

Figuur: Percentage scholieren dat gepest is (1 keer of vaker in de afgelopen 30 dagen), 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Van de scholieren die worden gepest, wordt 11% dagelijks gepest

Elf procent van de scholieren die gepest worden, wordt dagelijks gepest. Er zijn kleine verschillen tussen jongens en meisjes.

Frequentie van pesten onder scholieren die in de afgelopen maand zijn gepest

Totaal
Jongens
Meisjes
1 of 2 dagen

58,2%

56,1%

60,3%

3 tot 5 dagen

17,8%

19,1%

16,5%

6 tot 9 dagen

7,0%

7,6%

6,5%

10 tot 19 dagen

4,8%

4,6%

5,0%

20 tot 29 dagen

1,3%

2,2%

0,7%

Alle 30 dagen

10,7%

10,4%

11,0%

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015


Pesten is veel voorkomend gedrag onder adolescenten over de hele wereld (Craig et al., 2009) en wordt gedefinieerd als opzettelijk schadelijk gedrag wat wordt herhaald in de loop van de tijd, tegen zwakkere jongeren die minder goed in staat zijn om zichzelf te verdedigen (Olweus, 1993). Slachtoffers van pesten ervaren meer stress en hebben minder concentratievermogen. Bovendien hebben ze een verhoogd risico op drugsgebruik, agressief gedrag en zelfmoordpogingen [Kaltiala-Heino et al., 2000]. Onder scholieren die gepest zijn, is bijna de helft (48%) van de scholieren zo bezorgd dat ze 's nachts niet kunnen slapen, in tegenstelling tot 11% van de totale scholieren. Jongens worden het vaakst gepest met seksuele moppen, opmerkingen en gebaren (20% van de jongens die gepest zijn). Meisjes worden het gepest met hun uiterlijk (26% van de meisjes). Vier procent van de gepeste scholieren wordt gepest door middel van fysiek contact, zoals duwen.

Zes procent van scholieren is lid van een bende 

Zes procent van de scholieren behoort volgens eigen zeggen tot een bende (of gewelddadige groep). Dit komt vaker voor onder jongens dan onder meisjes (7% vs. 4%). Er zijn kleine verschillen tussen de leeftijdsgroepen. VSBO en AGO-scholieren zeggen het vaakst lid te zijn van een bende.

Figuur: Percentage scholieren dat lid is van een bende, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Eén op zeven scholieren draagt een wapen

Veertien procent (14%) van de scholieren geeft aan een wapen bij zich te hebben, zoals een mes, pistool of knuppel, op één of meer dagen in de 30 dagen vóór het interview. Jongens hebben vaker een wapen bij zich dan meisjes (19% vs 9%). Jongens in de jongere leeftijdsgroepen hebben het vaakst wapen bij zich. Bij meisjes zijn er weinig verschillen tussen de verschillende leeftijdsgroepen.

Figuur: Percentage scholieren met een wapen naar geslacht, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Jongens op alle schoolniveaus hebben vaker een wapen bij zich dan meisjes

Op alle opleidingsniveaus hebben jongens vaker een wapen, zoals een pistool of mes, bij zich gehad in de 30 dagen voor het onderzoek dan meisjes. Onder jongens van het AGO komt dit het vaakst voor: meer dan een kwart van de scholieren geeft aan een wapen bij zich te hebben gehad in de 30 dagen voor het onderzoek.

Figuur: Percentage scholieren met een wapen naar geslacht en opleidingsniveau, 2015 

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Eén op zeven scholieren is geslagen door ouders

Vijftien procent van de scholieren (15%) is geslagen door hun ouders of verzorgers in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. Er zijn kleine verschillen tussen jongens en meisjes. Ouderlijk geweld neemt af met de leeftijd: hoe ouder de scholier, hoe minder vaak zij zijn geslagen door hun ouders/verzorgers. SBO-scholieren zijn het minst vaak geslagen van in vergelijking met de scholieren van andere schoolniveaus.

 Figuur: Percentage scholieren dat in de 30 dagen voor het onderzoek is geslagen door hun ouders/verzorgers, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Eén op zeven scholieren is fysiek aangevallen

Eén op de zeven scholieren (14%) is in de 12 maanden voor het onderzoek één of meer keren fysiek aangevallen. Er zijn kleine verschillen tussen jongens en meisjes. Fysieke aanvallen nemen af met de leeftijd en komen het vaakst voor onder jongere scholieren. AGO-scholieren zijn vaker fysiek aangevallen dan scholieren van andere schoolniveaus.

Figuur: Percentage scholieren dat fysiek is aangevallen (één of meer keren in de 12 maanden voor het onderzoek, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Bijna 1 op de vier jongens is betrokken geweest bij gevecht

Achttien procent (18%) van de scholieren was bij één of meer keren bij een gevecht betrokken geweest in de 12 maanden voor het onderzoek. Een fysieke aanval verschilt van een gevecht omdat bij het laatste twee scholieren van ongeveer dezelfde sterkte of kracht ervoor kiezen om tegen elkaar te vechten. Jongens zijn vaker betrokken geweest bij gevechten dan meisjes (23% vs. 13%). Fysieke gevechten nemen af met de leeftijd en komen het vaakst voor onder jongere scholieren. AGO scholieren zijn vaker betrokken geweest bij een gevecht dan scholieren van de andere schoolniveaus.

Figuur: Percentage scholieren dat gevochten heeft (één of meer keren in de 12 maanden voorafgaand aan het interview), 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Beschikbare data


Verantwoording

Doodsoorzakenstatistiek: Gegevens omtrent de doodsoorzaken in Curaçao zijn gebaseerd op doodsoorzaakverklaringen van artsen, lijkschouwers of specialisten. Doodsoorzaken krijgen codes toegewezen die afkomstig zijn uit een internationaal toegepaste codelijst, de zogenaamde International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) van de World Health Organisation (WHO). Vanaf 1996 wordt gewerkt met de tiende revisie van de ICD (ICD-10, WHO).

GSHS Curaçao 2015: De Global School-based Student Health Survey (GSHS) is een gezondheidsonderzoek onder 12- tot 17-jarige scholieren en maakt deel uit van de internationale GSHS van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het doel van de GSHS is om een actueel beeld te krijgen van het gezondheidsgedrag en het welbevinden van Curaçaose scholieren. In 2015 werd dit onderzoek voor de eerste keer in Curaçao uitgevoerd.

Craig W, Harel-Fisch Y, Fogel-Grinvald H, Dostaler S, Hetland J, Simons-Morton B, et al. (2009). A crossnational profile of bullying and victimization among adolescents in 40 countries. Int. J. Public Health, 54.

Kaltiala-Heino R, Rimpela M, Rantanen P, Rimpela A, Rimpelä M, Rantanen P, et al. (2000/0 Bullying at school - An indicator of adolescents at risk for mental disorders. J. Adolescence, , 661–74.

Olweus D. 1993. Bullying at school: What we know and what we can do.. Wiley-Blackwell.

PAHO (2018). Sterftecijfers Curaçao 2001-2007. Dataset verkrijgbaar via PAHO mortality database: https://hiss.paho.org/pahosys/grp.php

Rapport Korps Politie Curaçao 2013. Latere jaren via mondelinge rapportage van het ministerie van Justitie.

UNODC. Global Study on Homicide 2011. Beschikbaar via: https://www.unodc.org/unodc/en/data-and-analysis/statistics/crime/global-study-on-homicide-2011.html).

Verstraeten S. (2016). The Curacao Global School-based Student Health survey (GSHS) Study 2015. Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.