Influenza

Vaccinatiegraad influenza blijft laag met 6% van de 60-plussers. 

De Curaçaosche Huisartsen Vereniging (CHV) beveelt een jaarlijkse griepprik aan bij onder andere 60-plussers en mensen met onderliggende aandoeningen zoals hartziekten, longziekten, nierziekten, kanker en diabetes (CHV, 2019). Omdat de griepvirussen regelmatig veranderen en ieder winterseizoen weer anders zijn, heeft de griepprik ieder jaar een andere samenstelling. Het vaccin, dat tussen september en oktober gegeven moet worden, beschermt alleen voor griep in dat griepseizoen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) streeft ernaar om 75% van de ouderen te vaccineren tegen influenza.

In 2017 heeft 3% van de totale bevolking en 6% van de 60-plussers een griepprik gehaald in het vorige griepseizoen. In 2013 was de vaccinatiegraad van de totale bevolking 4% en onder 60-plussers 10%.

De griepprik verminderd de kans om influenza te krijgen met gemiddeld 67%. Als een persoon met een griepprik toch influenza krijgt, verloopt de ziekte meestal minder erg. Hierdoor wordt de kans op complicaties, ziekenhuisopname en een dodelijke afloop sterk verminderd (volksgezondheidenzorg.info, 2019).

Figuur: percentage volwassenen dat in het afgelopen griepseizoen een influenzavaccinatie heeft gehad, naar leeftijd en geslacht 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Meeste influenzavaccinaties onder laagopgeleiden

Het percentage volwassenen dat in 2017 een griepprik heeft gehaald in het vorige griepseizoen is wat hoger onder laagopgeleiden (5%) en onder volwassenen die enige moeite hebben om rond te komen (4%). Er is echter geen duidelijke relatie tussen het halen van een influenzavaccinatie en socio-economische status.

Figuur: percentage volwassenen dat in het afgelopen griepseizoen een influenzavaccinatie heeft gehad, naar socio-economische status, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Sterfte aan influenza

Tussen 2005 en 2007 zijn er in totaal 3 sterfgevallen in de leeftijdscategorie van 85 jaar en ouder geregistreerd met als doodsoorzaak influenza.

Beschikbare data


Verantwoording

Influenza (ICD-9-code 487; ICD-10-code J10-11) wordt veroorzaakt door het influenzavirus type A of B. De type A-virussen kenmerken zich door een grote mate van variatie in hun oppervlakte-eiwitten, het hemagglutinine (H) en het neuraminidase (N). Er bestaan verschillende subtypen. Voorbeelden hiervan zijn H1N1, H1N2 en H3N2. Deze subtypen circuleren niet allemaal tegelijk, maar vaak in begrensde tijdvakken. Type A is wat betreft ziekte-ernst en sterfte belangrijker dan type B. Van het influenza B-virus bestaan geen subtypen, maar deze worden wel onderverdeeld in lijnen (Yamagata-lijn, Victoria-lijn). Het influenzavirus kan bijna elk jaar een grote of kleine epidemie veroorzaken met hetzelfde ziektebeeld bij alle leeftijdsgroepen. Dit komt doordat van tijd tot tijd nieuwe virusvarianten ontstaan door veranderingen in de eiwitten (antigenen) op het oppervlak van het virus (antigene drift). Doordat de afweer is gericht tegen oppervlakte-antigenen, omzeilt het virus de immuniteit die in de bevolking door natuurlijke infectie of vaccinatie is opgebouwd. Plotselinge veranderingen in een subtype kunnen ook leiden tot een sterk afwijkende antigeenstructuur (antigene shift). Het influenzavirus kan zich dan op grote schaal verspreiden omdat mensen weinig of geen immunologisch verweer hebben tegen dit geheel of gedeeltelijk vernieuwde virus. Er kan dan een wereldwijde epidemie (pandemie) ontstaan.

Het is een acute aandoening van de luchtwegen die met name voorkomt in de koude jaargetijden. De incubatietijd van influenza is één tot drie dagen. Gedurende de eerste week van de ziekte is iemand besmettelijk voor zijn omgeving. De infectie verspreidt zich door hoesten en niezen of door direct contact met de zieke. Het echte ziektebeeld begint vaak met een stijging van de lichaamstemperatuur tot 40 graden Celsius of hoger die gepaard gaat met koude rillingen. Een influenzapatiënt voelt zich ellendig, heeft hoofd- en spierpijn, hoest en/of heeft pijn achter het borstbeen. De koorts duurt bij ongecompliceerde influenza meestal twee tot vijf dagen. Als de koorts verdwenen is, voelt de patiënt zich vaak nog een paar dagen tot weken niet fit. Gezonde mensen doorstaan influenza binnen 1 à 2 weken zonder restverschijnselen.

Op klinische gronden is het moeilijk om in individuele gevallen een duidelijk onderscheid te maken tussen luchtweginfecties veroorzaakt door influenzavirussen en luchtweginfecties veroorzaakt door andere virussen. In de praktijk wordt daarom vaak de diagnose 'influenza-achtig ziektebeeld' (IAZ) gesteld, dat als volgt is omschreven in Dijkstra et al., 2009:

  • Een acuut begin: vage klachten begonnen hooguit 3-4 dagen eerder.
  • Koorts: lichaamstemperatuur ten minste 38,0 graden Celsius rectaal.
  • Aanwezigheid van minimaal één van de volgende symptomen: hoest, neusverkoudheid, keelpijn, hoofdpijn, pijn ter hoogte van het borstbeen en spierpijn.

(Volksgezondheidsenzorg, 2019)

Influenzavaccinatie: De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) streeft ernaar om 75% van de ouderen te vaccineren tegen influenza.

Doodsoorzakenstatistiek: Gegevens over de doodsoorzaken in Curaçao zijn gebaseerd op doodsoorzaakverklaringen van artsen, lijkschouwers of specialisten. Doodsoorzaken krijgen codes toegewezen die afkomstig zijn uit een internationaal toegepaste codelijst, de zogenaamde International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) van de World Health Organisation (WHO). Vanaf 1996 wordt gewerkt met de tiende revisie van de ICD (ICD-10, WHO).

NGE Curaçao: De Nationale Gezondheidsenquête (NGE) is een representatief bevolkingsonderzoek en gaat over zelfstandig wonende volwassenen van 18 jaar en ouder. Het doel van de NGE is om een actueel beeld te krijgen in de gezondheidsstatus, de leefstijl en het gebruik van zorgvoorzieningen van volwassenen in Curaçao. De NGE wordt sinds 2013 iedere vier jaar door het Volksgezondheid Instituut Curaçao (VIC) uitgevoerd.

Curaçao Huisartsen Vereniging (CHV). Geraadpleegd via https://www.chv-site.org/

Dijkstra, F., Brandsema, P.S., van Gageldonk-Lafeber, A.B., van der Hoek, W. (2009). Jaarrapportage surveillance respiratoire infectieziekten 2008. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM.

 Pan American Health Organisation (2017). Geraadpleegd via http://www.paho.org/data/index.php/en/indicators.html

Verstraeten S., Jansen I., Pin R. & Brouwer W. (2013). De nationale gezondheidsenquête Curaçao 2013: methodologie en belangrijkste resultaten. Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Verstraeten S., Griffith - Lendering, M., & Pin R. (2017). De nationale gezondheidsenquête Curaçao 2017: de belangrijkste resultaten, methode en tabellen, Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Volksgezondheidenzorg.info (2019). Influenza. Geraadpleegd via https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/levensverwachting/cijfers-context/huidige-situatie#definitie--node-met-levensverwachting-wordt-levensverwachting-bij-geboorte-bedoeld

RIVM: Bilthoven, 2 december 2019