search
close
In Curaçao is de zuigelingensterfte met 10,3 per 1.000 levendgeborenen driemaal hoger dan in Nederland (3,6 per levensgeborenen). In Nederland blijken zuigelingen van Antilliaanse afkomst ook een hogere sterftekans te hebben in vergelijking met Nederlandse zuigelingen (CBS, 2009). Deze etnische verschillen zijn voor een klein deel te verklaren door risicofactoren waarvan bekend is dat ze vaker voorkomen onder de Antilliaanse gemeenschap in Nederland, zoals een lagere socio-economische status en meer tienerzwangerschappen (Ravelli et al., 2008). Ook is doodgeboorte (Ravelli et al., 2008), de prevalentie van wiegendood (Wal et al., 1999) en moedersterfte (Schutte et al., 2010) hoger onder de Antilliaanse gemeenschap in Nederland.
In Curaçao is de zuigelingensterfte met 11,3 per 1.000 levendgeborenen lager dan het gemiddelde van 15.9 van 28 (ei)landen in de Caribische regio. Voor deze vergelijking is het gemiddelde sterftecijfer genomen van 28 (ei)landen in de Caribische regio gepresenteerd in onderstaande grafiek, dat uit komt op 15.9 per 1.000 levensgeborenen.
Figuur: zuigelingensterfte per 1.000 levensgeborenen per land (laatst beschikbare gegevens per land, periode 2013 tot 2015)
Bron: PAHO mortality database
* Geen waarnemingen van zuigelingensterfte in Cayman Islands
| Indicator
|
Definitie
|
| Neonatale sterfte
|
Aantal overledenen binnen vier weken na de bevalling per 1.000 levendgeborenen in een bepaald jaar
|
| Zuigelingensterfte
|
Aantal overledenen binnen het eerste levensjaar per 1.000 levendgeborenen in een bepaald jaar
|
CBS doodsoorzaken statistiek: Van een doodgeboren kind moet aangifte worden gedaan bij Publieke Zaken (Kranchi) als het kind na een zwangerschapsduur van minimaal 24 weken is geboren. Voor levendgeboren kinderen geldt dat deze altijd moeten worden aangegeven bij de Publieke Zaken (Kranchi) als de vader of moeder staat ingeschreven in het bevolkingsregister. Deze kinderen worden dan opgenomen in de Basisregistratie Personen.
Doodsoorzakenstatistiek: Gegevens omtrent de doodsoorzaken in Curaçao zijn gebaseerd op doodsoorzaakverklaringen van artsen, lijkschouwers of specialisten. Doodsoorzaken krijgen codes toegewezen die afkomstig zijn uit een internationaal toegepaste codelijst, de zogenaamde International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) van de World Health Organisation (WHO). Vanaf 1996 wordt gewerkt met de tiende revisie van de ICD (ICD-10, WHO).
Centraal Bureau voor de statistiek (2009). Babysterfte hoogst bij niet-westerse allochtonen van de eerste generatie. Verkrijgbaar via https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2009/47/babysterfte-hoogst-bij-niet-westerse-allochtonen-van-de-eerste-generatie
Centraal Bureau voor de statistiek (2018). Data on infant and neonatal mortality, 1998-2017.
Centraal Bureau voor de statistiek (2018). Data on fertility 1998 – 2017.
PAHO (2018). Sterftecijfers. Dataset verkrijgbaar via PAHO mortality database: https://hiss.paho.org/pahosys/grp.php
Schutte, J. M., Steegers, E. A. P., Schuitemaker, N. W. E., Santema, J. G., de Boer, K., Pel, M., ... & van Roosmalen, J. (2010). Rise in maternal mortality in the Netherlands. BJOG: An International Journal of Obstetrics & Gynaecology, 117(4), 399-406
Ravelli, A. C. J., Eskes, M., Tromp, M., van Huis, A. M., Steegers, E. A. P., Tamminga, P., & Bonsel, G. J. (2008). Perinatale sterfte in Nederland gedurende 2000-2006; risicofactoren en risicoselectie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 152(50), 2728.
Verstraeten, S., Jansen, I., Pin, R., & Brouwer, W. (2013). De Nationale Gezondheidsenquête 2013: methodologie en belangrijkste resultaten. Willemstad. Volksgezondheid Instituut Curaçao, 2013
Van der Wal, M. F., De Jonge, G. A., & Pauw-Plomp, H. (1999). Etnische afkomst en voor wiegendood relevante verzorgingsfactoren. Nederlands tijdschrift voor geneeskunde, 143(43), 2141-2146.