Letsels

Bijna 13.000 volwassenen hebben in 2017 een ongeval gehad

In 2017 hebben naar schatting 12.799 volwassenen (11%) in de 12 maanden voor het interview een ongeval gehad in het verkeer, thuis, tijdens hun vrije tijd of op het werk. Het verschil tussen mannen en vrouwen is klein. Een ongeval komt vaker voor onder jongere leeftijdsgroepen. In de Nationale Gezondheidsenquête van 2013 is deze vraag anders gesteld, waardoor de cijfers niet vergelijkbaar zijn met 2017.

Ongevallen zijn een belangrijke oorzaak voor langdurige aandoeningen en vroegtijdige sterfte. Een ongeval kan lichamelijke letsels en invaliditeit, maar ook psychologische trauma’s veroorzaken (Peden et al., 2002).

Figuur: percentage volwassenen dat een ongeval heeft gehad in het verkeer, op het werk, thuis en/of tijdens de vrije tijd in de 12 maanden voor het interview, naar leeftijd en geslacht, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Volwassenen die grote moeite hebben om rond te komen hebben vaker een ongeval

Een ongeval komt vaker voor onder volwassenen met een HAVO, VWO en SBO-opleiding en onder mensen die grote moeite hebben om rond te komen.

Figuur: percentage volwassenen dat een ongeval heeft gehad in het verkeer, op het werk, thuis en/of tijdens de vrije tijd in de 12 maanden voor het interview, naar socio-economische status, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Verkeersongevallen komen het vaakst voor

Van de vier gevraagde ongevalstypen komt een verkeersongeval met 5% van de volwassenen het vaakst voor, gevolgd door ongeval in en om het huis (3%).

Tabel: percentage volwassenen met een ongeval in de 12 maanden voor het interview, naar ongevalstype, 2017 (meer dan 1 type ongeval per respondent is mogelijk)


Ongeval (%)

Ongeval totaal

11%

  Verkeersongeval

5%

  Ongeval in en om het huis

3%

  Ongeval tijdens de vrije tijd

2%

  Ongeval op het werk

2%

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Bijna 5.500 Curaçaoënaars had medische zorg nodig ten gevolge van een ongeval

Vijf procent (5%) van de Curaçaoënaars had in de 12 maanden voor het interview medische zorg nodig ten gevolge van een ongeval. Dat zijn naar schatting 5.452 personen. Bij 1% was opname in een ziekenhuis of andere medische instelling ten gevolge van een ongeval nodig. Dat zijn naar schatting 1.157 personen.

Een derde van de scholieren geeft aan dat ze één of meerdere keren ernstig gewond zijn geraakt

In totaal geeft 33% van de scholieren aan dat ze één of meerdere keren ernstig gewond zijn geraakt in de 12 maanden voorafgaand aan het interview. Jongens zijn, in alle leeftijdsgroepen, vaker ernstig gewond geraakt dan meisjes.

Figuur: percentage scholieren dat in de afgelopen 12 maanden één of meerdere keren ernstig gewond is geraakt, naar leeftijd en geslacht (GSHS, 2015)

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

AGO-studenten gaven vaker aan dat ze in de 12 maanden voorafgaand aan het interview één of meerdere keren ernstig gewond zijn geraakt, in vergelijking met scholieren op andere schoolniveaus (44% van de AGO-scholieren, 33% van de VSBO-scholieren, 30% van de HAVO/VWO-scholieren en 26% van de SBO-scholieren).

Vaakst gerapporteerde letsel onder scholieren is een gebroken bot/ ontwricht gewricht

Onder de scholieren die ernstig gewond zijn geraakt gedurende de 12 maanden voorafgaand aan het interview, was een gebroken bot/ontwricht gewricht het vaakst gerapporteerde letsel onder zowel jongens als meisjes (20% van de jongens en 11% van de meisjes die één of meerdere keren ernstig gewond zijn geraakt). Voor zowel jongens als meisjes wordt dit opgevolgd door snijwond(en) (20% van de jongens en 9% van de meisjes die één of meerdere keren ernstig gewond zijn geraakt). De meerderheid van de scholieren (51% van de jongens en 67% van de meisjes) geeft aan dat er iets anders is gebeurd, wat suggereert dat er een minder zwaar letsel heeft plaatsgevonden dan degene die hier specifiek benoemd worden.

Figuur: percentage vaakst gerapporteerde letsel onder scholieren die ernstig gewond zijn geraakt in de afgelopen 12 maanden (GSHS, 2015)

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Valpartijen is vaakst gemelde oorzaak van ernstig letsel onder scholieren

Een valpartij is de vaakst gemelde oorzaak onder jongens en meisjes die ernstig gewond zijn geraakt (28% van de jongens; 19% van de meisjes). Ongevallen met motorvoertuigen, één van de belangrijkste doodsoorzaken onder scholieren, werd door 9% van de meisjes en 6% van de jongens die ernstig gewond waren als belangrijkste oorzaak van letsel genoemd. De meerderheid van de scholieren (49% van de jongens en 61% van de meisjes) geeft aan dat er iets anders is gebeurd, wat betekent dat de genoemde oorzaken hier niet specifiek zijn benoemd.

Figuur: gerapporteerde oorzaken van ernstige letsels onder scholieren die in de afgelopen 12 maanden ernstig gewond zijn geraakt

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Sterfte aan letsels voor de leeftijd van 75 jaar vaker bij mannen dan bij vrouwen

Tussen 2005 en 2007 zijn 203 personen overleden aan letsels; gemiddeld 68 gevallen per jaar (PAHO mortality database, ICD10-code V01 - Y89). De sterfte aan letsels komt het vaakst voor onder mannen tussen de 15 en 29 jaar oud en vrouwen in de leeftijdscategorie 50-54 jaar.

Sterfte aan letsels komt voor de leeftijd van 75 jaar in iedere leeftijdsklasse vaker voor bij mannen dan bij vrouwen (met uitzondering van de leeftijdscategorie 1-4 jarigen, waar het gelijk is onder jongens en meisjes). Vanaf de leeftijd van 75 jaar komt sterfte aan letsels per 100.000 personen juist vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

Figuur: sterfte aan letsels per 100.000 personen, op leeftijd gestandaardiseerd, periode 2005-2007

Bron: PAHO mortality database, ICD10-code V01 - Y89

Geweld onder mannen meest voorkomende ongeval met sterfte als gevolg

Van de drie ongevalstypen verkeersongevallen, verdrinking en geweld is geweld de vaakst voorkomende oorzaak van sterfte onder mannen per 100.000 personen in de periode 2005–2007 (36.5 per 100.000 personen), gevolgd door verkeersongevallen (23.8 per 100.000 personen) en verdrinking (6.4 per 100.000 personen).

Onder vrouwen komen van de drie genoemde ongevalstypen, sterfte aan verkeersongevallen het vaakst voor (6.9 per 100.000 personen), gevolgd door geweld (4.1 per 100.000 perioden). Er zijn in de periode 2005–2007 geen vrouwen geregistreerd onder de doodsoorzaak verdrinking.

Figuur: sterfte aan verkeersongevallen, verdrinking en geweld per 100.000 personen, op leeftijd gestandaardiseerd, periode 2005 - 2007

Bron: PAHO Doodsoorzakenstatistiek

ICD10-code verkeersongevallen (V01–V99)

ICD10-code verdrinking (W65-W74)

ICD10-code geweld (X85-Y09)

Sterftecijfer voor letsels stijgt van 31 naar 54 per 100.000 personen in de perioden 1980-1984 tot 2005-2007

Tussen 1980 en 2007 is het sterftecijfer voor letsels gestegen van 31.3 per 100.000 personen in de periode 1980-1984, naar 53.9 per 100.000 personen in de periode 2005-2007. De trends voor de sterfte aan letsels voor de Nederlandse Antillen en Curaçao sluiten in de periode 2000-2004 niet op elkaar aan, wat suggereert dat de sterfte aan letsels in Curaçao veel hoger was dan in de andere voormalige eilanden van de Nederlandse Antillen.

Figuur: sterfte aan letsels per 100.000 personen, op leeftijd gestandaardiseerd, 1980-2007

Bron: PAHO mortality database, ICD10-code V01 - Y89

Beschikbare data


Verantwoording

Onder letsels verstaan we letsels die ontstaan door ongevallen, geweld en zelfbeschadiging. Zij vormen samen een zeer heterogeen gezondheidsprobleem, waarbij diverse vormen van gezondheidsschade (zoals hersenletsel, fracturen en vergiftigingen) veroorzaakt worden door sterk uiteenlopende oorzaken (bijvoorbeeld verkeersongevallen, privé-ongevallen en arbeidsongevallen) (Volksgezondheidenzorg, 2020).

Doodsoorzakenstatistiek: Gegevens over de doodsoorzaken in Curaçao zijn gebaseerd op doodsoorzaakverklaringen van artsen, lijkschouwers of specialisten. Doodsoorzaken krijgen codes toegewezen die afkomstig zijn uit een internationaal toegepaste codelijst, de zogenaamde International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) van de World Health Organisation (WHO). Vanaf 1996 wordt gewerkt met de tiende revisie van de ICD (ICD-10, WHO).

GSHS Curaçao 2015: De Global School-based Student Health Survey (GSHS) is een gezondheidsonderzoek onder 12- tot 17-jarige scholieren en maakt deel uit van de internationale GSHS van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het doel van de GSHS is om een actueel beeld te krijgen van het gezondheidsgedrag en het welbevinden van Curaçaose scholieren. In 2015 werd dit onderzoek voor de eerste keer in Curaçao uitgevoerd.

NGE Curaçao: De Nationale Gezondheidsenquête (NGE) is een representatief bevolkingsonderzoek en gaat over zelfstandig wonende volwassenen van 18 jaar en ouder. Het doel van de NGE is om een actueel beeld te krijgen in de gezondheidsstatus, de leefstijl en het gebruik van zorgvoorzieningen van volwassenen in Curaçao. De NGE wordt sinds 2013 iedere vier jaar door het Volksgezondheid Instituut Curaçao (VIC) uitgevoerd.

PAHO (2020). Sterftecijfers Curaçao 2001-2007. Dataset verkrijgbaar via PAHO mortality database:  https://hiss.paho.org/pahosys/grp.php.

Peden M, McGee K, Krug E. (2002). Injury: a leading cause of the global burden of disease, 2000. Geneva: World Health Organization.

Verstraeten S. (2016). The Curaçao Global School-based Student Health survey (GSHS) Study 2015. Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Verstraeten S., Griffith-Lendering, M.F.H, & Pin R.R. (2017). De nationale gezondheidsenquête Curaçao 2017: de belangrijkste resultaten, methode en tabellen, Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Volksgezondheidenzorg(2020). Geraadpleegd via https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/letsels/cijfers-context/seh-bezoeken#definities RIVM: Bilthoven, 25 januari 2020.