Twee derde van de volwassenen in Curaçao is te zwaar

In 2017 had tweederde (65%) van de Curaçaoënaars van 18 jaar en ouder overgewicht. De minderheid van de bevolking heeft dus een normaal gewicht (een BMI tussen de 18.5 en 25 kg/m2). Overgewicht komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Ook hebben meer vrouwen dan mannen obesitas (de ernstige vorm van overgewicht). In totaal heeft 29% van de Curaçaoënaars van 18 jaar en ouder obesitas. Overgewicht en obesitas komt het vaakst voor onder 25- tot 65-jarigen. Deze cijfers zijn gebaseerd op zelfrapportage van lengte en gewicht.

Figuur: percentage volwassenen met overgewicht en obesitas naar geslacht en leeftijd, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Meeste overgewicht en obesitas onder hoogstopgeleiden

Overgewicht komt het vaakst voor onder de hoogstopgeleiden en het minst onder de laagstopgeleiden. Het verschil tussen deze twee groepen is 6 procentpunt, bij hoogopgeleiden 68%, bij laagopgeleiden 62%. Obesitas komt het vaakst voor onder mensen met een MAVO/LBO-opleidingsniveau en onder mensen die enige moeite hebben om rond te komen. Bij deze resultaten is geen rekening gehouden met verschillen in leeftijd en geslacht tussen de opleidingsgroepen

Figuur: percentage volwassenen met overgewicht of obesitas naar opleidingsniveau en mate van rondkomen, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Percentage obesitas blijft hoog over de jaren

In 1993 had één op de vier volwassen Curaçaoënaars (27%) naar eigen zeggen obesitas . Sindsdien is het aantal Curaçaoënaars met obesitas gestegen tot 32% in 2013. In 2017 was het percentage Curaçaoënaars dat naar eigen zeggen obesitas had 29%.

Figuur: trends obesitas (BMI >=30 kg/m²) volwassenen in Curaçao, 1993-2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2013 & 2017; Census 2011; Curaçao Health Study 1993/1994

Meisjes geven vaker aan overgewicht te hebben dan jongens

Meer dan de helft van de scholieren beschrijft hun eigen gewicht als ‘het juiste gewicht’ (56,5%). Meisjes beschrijven hun eigen lichaamsbeeld  daarentegen vaker als met ‘licht of sterk overgewicht’ dan jongens.

Tabel: percentage scholieren naar beschrijving van eigen lichaamsbeeld, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao, 2015

Naarmate hun leeftijd toeneemt rapporteren jongens vaker dat ze 'het juiste gewicht' hebben: 51,2% van de 12-jarigen of jonger, 59,8% van de 13- tot 17-jarigen en 61,9% van de 18-jarigen of ouder. Voor meisjes daarentegen daalt dit percentage met de leeftijd: 55,4% van de 12-jarigen of jonger, 54,3% van de 13- tot 17-jarigen en 51,1% van de 18-jarigen of ouder van de meisjes heeft aangegeven het ‘het juiste gewicht’ te hebben. Er zijn geen verschillen gevonden tussen de schoolniveaus en het percentage scholieren dat hun gewicht omschreef als ‘licht of sterk overgewicht’.

Figuur: percentage scholieren dat hun eigen gewicht omschrijft als ‘het juiste gewicht’, naar geslacht en leeftijd, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao, 2015

Meisjes proberen vaker af te vallen dan jongens (42% vs. 30%)

Eén derde van de scholieren probeert af te vallen (36%). Meisjes rapporteren vaker dat ze proberen af te vallen dan jongens (42% vs. 30%). Scholieren in jongere leeftijdsgroepen geven vaker aan dat ze proberen af te vallen dan in de oudere leeftijdsgroepen: 44% van de 12-jarigenen jonger, 36% van de 13- tot 17-jarigen en 35% van de 18-jarigen en ouder. Er zijn geen verschillen gevonden tussen schoolniveaus en het percentage scholieren dat probeert af te vallen.

Figuur: percentage scholieren naar leeftijd dat probeert af te vallen, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao, 2015