Sociale relaties

Ouderen ervaren minst vaak sociale steun

In 2017 had zes procent (6%) van de volwassenen met niemand zo'n goede band dat zij op hem/haar kan rekenen bij ernstige persoonlijke problemen. Drie procent (3%) zei dat andere mensen weinig tot geen belangstelling en interesse hebben voor wat zij doen. Beide vormen van weinig sociale steun kwamen het vaakst voor bij 65-plussers en bij mensen die gescheiden zijn. De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn klein. 

In 2017 gaf 16% van de volwassenen aan dat het (heel) moeilijk is om praktische hulp te krijgen van hun buren als zij dat nodig hebben. Dit komt wat vaker voor onder vrouwen (17%) dan onder mannen (15%). Dit kwam het vaakst voor onder mensen die weduwe/weduwnaar zijn.

In 2013 had 3% van de volwassenen met niemand zo'n goede band dat zij op hem/haar kan rekenen bij ernstige persoonlijke problemen. De vragen over belangstelling/interesse en praktische hulp zijn in 2013 niet gesteld. 


Volwassenen met lagere socio-economische status ervaren minst vaak sociale steun

Volwassenen met een lagere socio-economische status ervaren het minst vaak sociale steun, ervaren minder kwaliteit van de relaties met andere mensen in hun omgeving en vinden het moeilijker om praktische hulp te krijgen van hun buren als dat nodig is. Met andere woorden, Curaçaoënaars met een laag opleidingsniveau en die grote moeite hebben om rond te komen ervaren het minst vaak sociale steun uit hun omgeving.

Figuur: Percentage volwassenen dat weinig sociale steun ervaart naar opleidingsniveau en mate van rondkomen, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Tien procent van scholieren heeft geen goede vrienden 

Eén op de tien (10,0%) scholieren zegt geen goede vrienden te hebben. Dit komt vaker voor bij oudere scholieren dan bij jongere scholieren. Er zijn geen verschillen tussen jongens en meisjes. AGO-scholieren hebben vaker geen goede vrienden dan scholieren van het VSBO, SBO en HAVO/VWO.

Figuur: Percentage scholieren zonder goede vrienden per opleidingsniveau

Bron: Curacao Global School-based Student Health survey (GSHS) Study, 2015

Vriendschappen spelen een cruciale rol bij de ontwikkeling van adolescenten, vooral als het gaat om het helpen definiëren van hun eigen identiteit. Door een veilige omgeving te creëren kunnen nieuwe ideeën en meningen worden gevormd. Interactie met vrienden tijdens deze levensfase heeft ook invloed op de ontwikkeling van sociale vaardigheden en ook op het vermogen om te gaan met stressvolle gebeurtenissen. Verder hebben sociale relaties tijdens de adolescentie invloed op de ontwikkeling van zelfexpressie, het biedt structuur en grenzen, beschermt adolescenten tot initiëren van seks op jonge leeftijd, en ook tegen depressie en gebruik van middelen (WHO, 2002). Adolescenten die niet geliefd zijn of niet worden geaccepteerd door leeftijdsgenoten, hebben meer problemen met hun fysieke en mentale gezondheid. Isolatie van leeftijdsgenoten in de adolescentie kan leiden tot gevoelens van eenzaamheid en psychische symptomen (Curry et al., 2002).


Helft van scholieren ervaart medescholieren als vriendelijk 

Bijna de helft van de scholieren (48%) ervaren hun medescholieren op school als vriendelijk en behulpzaam. Er zijn geen verschillen gevonden tussen jongens en meisjes en over de verschillende leeftijdscategorieën. HAVO / VWO-scholieren geven vaker aan dat hun medescholieren vriendelijk en behulpzaam zijn dan scholieren van de andere schoolniveaus.

Figuur: Percentage scholieren die het grootste deel van hun tijd of altijd het gevoel hebben dat hun medescholieren vriendelijk en behulpzaam zijn

Bron: Curacao Global School-based Student Health survey (GSHS) Study, 2015

Eén op de zes scholieren is eenzaam

Zestien (16%) procent van de scholieren voelt zich het grootste gedeelte van de tijd eenzaam (in het jaar voor het interview). Meisjes zijn vaker eenzaam dan jongens (21% vs. 10%). De jongste leeftijdsgroep (12 jaar en jonger) voelt zich het minst vaak eenzaam dan de andere leeftijdsgroepen. VSBO-scholieren voelen zich vaker eenzaam dan scholieren van de andere schoolniveaus.

Figuur: Percentage scholieren dat het grootste deel van de tijd of zich altijd eenzaam voelt, 2015

Bron: Curacao Global School-based Student Health survey (GSHS) Study, 2015

Beschikbare data


Verantwoording

Sociale relaties zijn belangrijk voor het gevoelsleven van een persoon: of iemand zich begrepen, geliefd en gewaardeerd voelt. Mensen die dit niet ervaren, zorgen vaak minder goed voor zichzelf. Het ervaren van sociale steun heeft een positieve invloed op de fysieke én psychische gezondheid. Mensen die veel sociale steun krijgen, hebben dan ook een grotere kans om langer te leven. Daarnaast heeft sociale steun heeft een beschermend effect op hart- en vaatziekten en geestelijke ongezondheid (RIVM 2017).

GSHS Curaçao 2015: De Global School-based Student Health Survey (GSHS) is een gezondheidsonderzoek onder 12- tot 17-jarige scholieren en maakt deel uit van de internationale GSHS van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het doel van de GSHS is om een actueel beeld te krijgen van het gezondheidsgedrag en het welbevinden van Curaçaose scholieren. In 2015 werd dit onderzoek voor de eerste keer in Curaçao uitgevoerd.

 NGE Curaçao: De Nationale Gezondheidsenquête (NGE) is een representatief bevolkingsonderzoek en gaat over zelfstandig wonende volwassenen van 18 jaar en ouder. Het doel van de NGE is om een actueel beeld te krijgen in de gezondheidsstatus, de leefstijl en het gebruik van zorgvoorzieningen van volwassenen in Curaçao. De NGE wordt sinds 2013 iedere vier jaar door het Volksgezondheid Instituut Curaçao (VIC) uitgevoerd.

Currie C, Roberts C, Morgan A, Smith R, Settertobulte W, Samdal O. (2002). Young people’s health in context Health behavior in School-aged Children (HBSC) study: international report from the 2001/2002 survey [Internet]. Geraadpleegd via

http://www.who.int/immunization/hpv/target/young_peoples_health_in_context_who_2011_2012.pdf

RIVM (2017). Sociale omgeving. Geraadpleegd via http://www.eengezondernederland.nl/Heden_en_verleden/Determinanten/Sociale_omgeving

Verstraeten S. (2016). The Curacao Global School-based Student Health survey (GSHS) Study 2015. Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Verstraeten S., Jansen I., Pin R. & Brouwer W. (2013). De nationale gezondheidsenquête Curaçao 2013: methodologie en belangrijkste resultaten. Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Verstraeten S., Griffith - Lendering, M.F.H, & Pin R. (2017). De nationale gezondheidsenquête Curaçao 2017: de belangrijkste resultaten, methode en tabellen, Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

World Health Organization (2002). Broadening the horizon: Balancing protection and risk for adolescents. Geneva, Switzerland. Geraadpleegd via

http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/67242/1/WHO_FCH_CAH_01.20.pdf