Zelfmoord

Tussen 2005 en 2007 overleden 18 personen aan zelfmoord

Tussen 2005 en 2007 zijn 18 personen als gevolg van zelfmoord overleden (3,8 per 100.000 personen). Dat is gemiddeld 4,5 personen per jaar. Sterfte aan zelfmoord komt vaker voor onder mannen (5,5 per 100.000 mannen) dan onder vrouwen (2,5 per 100.000 vrouwen).

Er is mogelijk sprake van onderrapportage van sterfte door zelfmoord, doordat er slachtoffers zijn die de statistieken in gaan als gestorven door een natuurlijke doodsoorzaak.

Sterfte aan zelfmoord: trend 1980 – 2007

In de periode 1980 – 2007 is het sterftecijfer voor zelfmoord nagenoeg gelijk gebleven: van 3.8 per 100.00 personen in de periode 1980-1984 naar 6.8 in de periode 2000-2004; en vervolgens weer een daling naar 3.8 per 100.000 personen in de periode 2005-2007.

Figuur: sterfte aan zelfmoord Curaçao en Nederlandse Antillen, op leeftijd gestandaardiseerd, 1980 – 2007

Bron: PAHO mortality database, ICD10-code X60-84

Meisjes hebben vaker zelfmoord overwogen dan jongens

Elf procent (11%) van de scholieren heeft serieus zelfmoord overwogen in de 12 maanden voorafgaand aan het interview. Meisjes geven vaker aan, aan zelfmoord te hebben gedacht dan jongens (16% vs. 7%). Onder scholieren van 13 jaar en ouder komt het serieus overwegen van zelfmoord vaker voor dan onder jongere scholieren. Er zijn geen significante verschillen tussen de verschillende schoolniveaus wat betreft het overwegen van zelfmoord in de 12 maanden voor het interview.

Figuur: percentage scholieren dat serieus zelfmoord heeft overwogen in de 12 maanden voorafgaand aan het interview, naar leeftijd, geslacht en opleidingsniveau, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015


Eén op de zes meisjes tussen 13 en 17 jaar heeft zelfmoordgedachten

Eén op de zes meisjes tussen de 13 en 17 jaar heeft serieus zelfmoord overwogen in de 12 maanden voorafgaand aan het interview. Dit is tweemaal zo hoog ten opzichte van meisjes van 12 jaar en jonger, en viermaal zo hoog ten opzichte van meisjes van 18 jaar en ouder. Voor jongens zijn er nauwelijks verschillen tussen de verschillende leeftijdsgroepen.

Een mogelijke oorzaak dat zelfmoordgedachtes vaker voorkomen onder (oudere) meisjes dan onder jongens, is dat meisjes vaker last hebben van angst als gevolg van seksueel misbruik. Dit maakt hun kwetsbaarder voor zelfmoordgedachtes en zelfmoordpogingen dan jongens (Wunderlich et al., 2001).

Figuur: percentage scholieren dat serieus zelfmoord heeft overwogen in de 12 maanden voorafgaand aan het interview, naar leeftijd en geslacht, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015


De helft van scholieren (51%) met serieuze zelfmoordgedachten heeft 1 of meer pogingen tot zelfmoord gedaan

Van de scholieren met serieuze zelfmoordgedachten heeft de helft (51%) één of meer pogingen tot zelfmoord gedaan. Meisjes hebben dit vaker geprobeerd dan jongens (55% vs. 39%).

Tabel: aantal zelfmoordpogingen onder scholieren die serieus zelfmoord hebben overwogen in de 12 maanden voorafgaand aan het interview, 2015


Totaal
Jongens
Meisjes
0 keren

49%

61%

45%

1 keer

23%

18%

25%

2 keer of meer

28%

21%

31%

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Beschikbare data


Verantwoording

Zelfmoord (zelf toegebracht letsel): In de regel wordt het begrip 'zelf toegebracht letsel' als verzamelnaam gebruikt voor letsel als gevolg van suïcidaal gedrag (zelfmoord). Hieronder wordt verstaan:

  • suïcide: zelfdoding uit vrije wil;
  • suïcidepoging: een poging tot suïcide waarbij iemand ook daadwerkelijk de intentie heeft zichzelf om het leven te brengen;
  • parasuïcide: de omstandigheden geven aanleiding te denken aan een suïcidepoging, maar in het midden wordt gelaten of iemand zichzelf ook daadwerkelijk om het leven wilde brengen;
  • automutilatie: zelfbeschadigend gedrag dat regelmatig voorkomt en waarbij de wens tot overlijden niet aan de orde is.

Zelfmoord vaak het gevolg van psychische stoornis

Gedrag dat tot zelfmoord leidt staat meestal niet op zichzelf, maar is in veel gevallen onderdeel van een psychische stoornis (zoals depressie of een borderline persoonlijkheidsstoornis). (Volksgezondheidenzorg.info, 2020)

Doodsoorzakenstatistiek: Gegevens omtrent de doodsoorzaken in Curaçao zijn gebaseerd op doodsoorzaakverklaringen van artsen, lijkschouwers of specialisten. Doodsoorzaken krijgen codes toegewezen die afkomstig zijn uit een internationaal toegepaste codelijst, de zogenaamde International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) van de World Health Organisation (WHO). Vanaf 1996 wordt gewerkt met de tiende revisie van de ICD (ICD-10, WHO).

GSHS Curaçao 2015: De Global School-based Student Health Survey (GSHS) is een gezondheidsonderzoek onder 12- tot 17-jarige scholieren en maakt deel uit van de internationale GSHS van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het doel van de GSHS is om een actueel beeld te krijgen van het gezondheidsgedrag en het welbevinden van Curaçaose scholieren. In 2015 werd dit onderzoek voor de eerste keer in Curaçao uitgevoerd.

PAHO (2020). Sterftecijfers. Dataset verkrijgbaar via PAHO mortality database: https://hiss.paho.org/pahosys/grp.php.

Verstraeten S. (2016). The Curaçao Global School-based Student Health Survey (GSHS) Study 2015. Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Volksgezondheidenzorg.info (2020). Geraadpleegd via  https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/letsels/cijfers-context/seh-bezoeken#definitie--node-zelftoegebracht-letsel

 RIVM: Bilthoven, 2 december 2020.

Wunderlich, U., Bronisch, T., Wittchen, H.U., Carter, R. (2001). Gender differences in adolescents and young adults with suicidal behaviour. Acta Psychiatric Scand, 104, 332 – 339.

WHO. Fact sheets for the global school-based student health survey. Geraadpleegd via https://www.who.int/ncds/surveillance/gshs/factsheets/en/. Curaçao, 10 januari 2020.