Roken

Bijna 13% van de volwassenen rookt (wel eens)

In 2017 rookte 13% van de 18-plussers (wel eens): 20% van de mannen en 9% van de vrouwen. Meestal gaat het om het roken van sigaretten en shag. Van de totale volwassen bevolking wordt minder dan 1% bestempeld als 'zware roker' (0.4%). Een zware roker is iemand die meer dan 21 sigaretten en/of shagjes per dag rookt.

Bijna 18% van de volwassenen rookt mee

In 2017 rookte 18% van de 18-plussers zelf niet, maar kwam wel in aanraking met tabaksrook binnenshuis (meeroken): 19% van de mannen en 17% van de vrouwen. Meeroken komt het vaakst voor bij jongvolwassenen van 18 tot en met 24 jaar. De Gezondheidsraad adviseert mensen om niet te roken en waarschuwt ook voor meeroken. Dit advies is bedoeld om COPD, hart- en vaatziekten en (long)kanker te voorkomen (Gezondheidsraad, 2015).

Figuur: percentage volwassenen dat rookt (dagelijks en niet dagelijks, alle soorten rookwaar), 2017

Fuente: Enkuesta Nashonal di Salú 2017

Meer mannen dan vrouwen roken

Volwassenen in de leeftijdsgroep van 25-44 jaar roken het vaakst (17%). Bij alle leeftijdsgroepen is het aandeel mannen dat rookt groter dan het aandeel vrouwen. Bij 25- tot 44-jarige mannen en vrouwen komt roken het meest voor.

Figuur: percentage volwassenen dat rookt, naar leeftijd en geslacht, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Vooral jong volwassenen roken mee

Meeroken komt wat vaker voor onder mannen dan onder vrouwen (19% vs. 17%). Meeroken komt het vaakst voor onder 18- tot 24-jarigen.

Figuur: percentage volwassenen dat meerookt, naar leeftijd en geslacht, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Minste meerokers onder hoogst opgeleiden

Roken komt het vaakst voor onder mensen met een MAVO/LBO opleiding en het minst vaak onder mensen met een Havo/VWO en MBO opleiding. Meeroken (zelf niet roken, maar wel in aanraking met tabaksrook komen binnenshuis) komt het meest voor onder de lager opgeleiden en het minst onder de hoogst opgeleiden. Bij deze resultaten is geen rekening gehouden met verschillen in leeftijd en geslacht tussen de opleidingsgroepen.

Figuur: percentage volwassenen dat roker en zware roker is, naar opleidingsniveau, 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017

Meeste rokers en meerokers onder groep die moeite heeft met rondkomen 

 Roken komt het vaakst voor onder de groep die grote moeite heeft om rond te komen van het huishoudinkomen. Meeroken komt het meest voor onder de groep die enige moeite heeft om rond te komen.

Roken volwassenen neemt af

Het aantal volwassenen van 18 jaar en ouder dat rookte in de afgelopen 12 maanden is tussen 1993 en 2017 gedaald van 17 naar 14%. Op alle tijdstippen was het aandeel mannen dat rookte groter dan het aandeel vrouwen (2017: 20% vs. 9%, 2013: 21% vs. 12%, 2011: 28% vs. 11%, 2011: 21% vs. 8% en 1993: 28% vs. 9%. (NGE 2013, 2017, Alberts et al., 1996)

Figuur: trends roken volwassenen 1993 - 2017

Bron: Nationale Gezondheidsenquête 2017 & 2013; Curaçao Health Study 1993/1994

Bijna even veel jongens als meisjes roken (mee)

Van de 12- tot 17-jarige scholieren heeft 9% sigaretten gerookt in de maand voorafgaand aan het onderzoek. Roken in de afgelopen maand door jongens verschilt niet veel met dat van meisjes (8% en 10%). Meer dan de helft van de scholieren (58%) rookt zelf niet, maar is binnenshuis wel in aanraking gekomen met tabaksrook (meegerookt) in de week voor afgaand aan het onderzoek, ongeveer evenveel jongens (58%) als meisjes (59%).

Figuur: roken een meeroken onder scholieren, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

(Mee)roken neemt toe met de leeftijd

Van alle 12- tot 17-jarige scholieren heeft 9% sigaretten gerookt in de maand voorafgaand aan het onderzoek. Zoals verwacht neemt met de leeftijd ook het roken toe. Ook het meeroken (rookt zelf niet, maar is binnenshuis wel in aanraking gekomen met tabaksrook) neemt toe met de leeftijd.

Figuur: roken en meeroken onder scholieren naar leeftijd, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

AGO-scholieren roken vaker 

Eén op de vijf (22%) scholieren op de AGO-scholen heeft in de maand voor het interview sigaretten gerookt, tegenover één op de 20 (6%) scholieren op de HAVO/VWO-scholen. Op de VSBO- en SBO-scholen is dit één op de 11 (9%). Scholieren die een SBO-opleiding volgen hebben vaker de afgelopen week meegerookt dan jongeren op een HAVO/VWO-opleiding (respectievelijk 68% en 52%). Bij AGO-scholieren roken de ouders minder vaak (16%) dan ouders van SBO- (20%), Havo/VWO- (21%) en VSBO-scholieren (22%).

Figuur: roken onder scholieren naar opleidingsniveau, 2015

Bron: Global School-based Student Health Survey Curaçao 2015

Beschikbare data


Verantwoording

Roker: respondent die de vraag "Rookt u weleens?" beantwoordt met 'ja'.

Dagelijkse roker: personen onder de algemene bevolking die dagelijks één of meerdere sigaretten roken.

Meeroken: zelf niet roken, maar wel in aanraking met tabaksrook komen binnenshuis

Zware roker: personen die per dag 21 of meer sigaretten en/of shagjes roken.

CHS: De Curaçao Health Study (CHS) is een bevolkingsonderzoek uitgevoerd in 1993 – 1994 onder volwassenen van 18 jaar en ouder in Curaçao. De studie heeft een groot aantal betrouwbare gegevens opgeleverd over de gezondheid en gezondheid gerelateerd gedrag van de Curaçaose bevolking.

GSHS Curaçao 2015: De Global School-based Student Health Survey (GSHS) is een gezondheidsonderzoek onder 12- tot 17-jarige scholieren en maakt deel uit van de internationale GSHS van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het doel van de GSHS is om een actueel beeld te krijgen van het gezondheidsgedrag en het welbevinden van Curaçaose scholieren. In 2015 werd dit onderzoek voor de eerste keer in Curaçao uitgevoerd.

NGE Curaçao: De Nationale Gezondheidsenquête (NGE) is een representatief bevolkingsonderzoek en gaat over zelfstandig wonende volwassenen van 18 jaar en ouder. Het doel van de NGE is om een actueel beeld te krijgen in de gezondheidsstatus, de leefstijl en het gebruik van zorgvoorzieningen van volwassenen in Curaçao. De NGE wordt sinds 2013 iedere vier jaar door het Volksgezondheid Instituut Curaçao (VIC) uitgevoerd.

Alberts, J. F., Gerstenbluth, I., Halabi, Y. T. & O'Neil, J. (1996). The Curaçao Health study. Northern Centre for Healthcare Research.

De Looze M, Van Dorsselaer S, De Roos S, Verdurmen J, Stevens G, Gommans R, et al. HBSC 2013. Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. [Internet]. 2014. Geraadpleegd via http://www.hbsc-nederland.nl/uploads/publicaties/openbaar/HBSC_Rapport_2013.pdf

Gezondheidsmonitor (2012). Geraadpleegd via https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2013/37/uitkomsten-gezondheidsmonitor-2012.

Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2015. Den Haag: Gezondheidsraad; 2015. https://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/201524_richtlijnen_goede_voeding_2015.pdf

Pan American Health Organisation (2017). Geraadpleegd via http://www.paho.org/data/index.php/en/indicators.html

Verstraeten S. (2016). The Curacao Global School-based Student Health survey (GSHS) Study 2015. Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Verstraeten S., Jansen I., Pin R. & Brouwer W. (2013). De nationale gezondheidsenquête Curaçao 2013: methodologie en belangrijkste resultaten. Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.

Verstraeten S., Griffith - Lendering, M.F.H, & Pin R. (2017). De nationale gezondheidsenquête Curaçao 2017: de belangrijkste resultaten, methode en tabellen, Volksgezondheid Instituut Curaçao, Willemstad.